'Wat begon als een praktische oplossing …'
...is nu onderdeel van de Leerlijn vakbeoefening Nederlands.
Arnoud Visser
Arnoud Visser heeft bij de opleiding Nederlands studenten video’s laten maken om verleden en heden met elkaar te verbinden.
Bij het vak Vroegmoderne Letterkunde, bachelor jaar 1, stond altijd een bezoek aan het museum Catharijneconvent op het programma. Net als het schrijven en presenteren van een referaat over een kunstwerk ter plekke.
Omdat men elkaar voor de voeten liep tijdens het museumbezoek en een rij presentaties van 10 minuten niet inspirerend werkte, bedacht docent Arnoud Visser, dat studenten op eigen gelegenheid filmpjes konden maken.
Studenten kiezen in groepjes van 2 of 3 zelf een locatie, setting en opzet. Het voordragen van een passage uit de vroegmoderne literatuur moet onderdeel zijn van de video.
Het gaat in dit vak om overzicht op de literatuur en kunnen lezen van teksten uit de 17eeeuw.
De filmpjes (elk maximaal 5 minuten) worden gezamenlijk bekeken. Met elkaar wordt besproken wat men ervan vindt en wat het laat zien over aanwezigheid van historische cultuur in de hedendaagse omgeving. Dit is uitgangspunt voor een discussie.
In eerste instantie moesten de studenten wennen aan de aanpak: zelf een filmpje maken terwijl de meesten dat nog nooit gedaan hadden. De filmpjes toegankelijk maken was wat uitzoekwerk. Nu zetten studenten hun filmpje in Blackboard of op Youtube en sturen een link. Uiteindelijk vonden ze het leuk om te doen. Arnoud is zelf enthousiast, net als zijn collega-docenten. De opdracht wordt dit jaar weer gegeven bij dit vak.
Dezelfde opdracht wordt gegeven bij het internationale vak ‘Dutch golden age’. Dit is een niveau 3 cursus. De opdracht is daar meer thematisch ingericht. Een aantal studenten reageerde aanvankelijk wat sceptisch: ze wilden graag weten waarom ze dit moesten doen en waaraan het bijdroeg. Uiteindelijk pakte het goed uit: een groot aantal verschillende thema’s kwam aan bod.
Sinds dit studiejaar is er een leerlijn Vakbeoefening Nederlands. Studenten denken gedurende hun opleiding na over de plek van neerlandici in de samenleving en doen vaardigheden op die kunnen bijdragen aan hun professionaliteit in een toekomstige werkomgeving. Daarbinnen past deze opdracht.